`Nou zeg, doe niet zo verlegen!``Kan ze nog niet praten? `Of; `ben je je tong verloren?` Zomaar wat uitspraken die bij mij opkomen als ik denk aan verlegenheid tijdens mijn eigen kinderjaren. Vooral die laatste, `nee`, dacht ik dan; `ik ben mijn tong niet verloren maar ik vind een antwoord geven gewoon eng!` ` Wat is eigenlijk het goede antwoord op deze vraag en/of heb ik de vraag wel goed begrepen? Of;` straks zeg ik iets stoms en lachen ze me uit of geef ik een onbeleefd antwoord en worden ze boos`. Zomaar een scala aan gedachten die voorbijkwamen in die paar seconden waarin een antwoord werd verwacht. Zo waren er heel wat jaren geleden altijd twee lieve oudere dames in het dorp die direct op ons afkwamen. Met grote ogen riepen ze uit:`Ooooh, wat een schatje….hallóó! `Hoe gaat het met jou??` Ik kroop vervolgens zoveel mogelijk weg bij mijn moeder, tevergeefs. `Ach, ben jij zo verlegen…maar dat hoeft toch niet!` Hoe goedbedoeld die lieve dames ook reageerden en hoe we daar jaren later om lachten…het is me wel bijgebleven. En dan vooral het gevoel dat ik ervaarde als het extra werd benadrukt. Dat maakte het nog groter en complexer. Een verwachting waaraan ik niet kon voldoen, ook al wilde ik dat wel. “Hoe ga jij zelf om met een heel verlegen kind?” Na jaren werkervaring met diverse doelgroepen binnen de (kinder)opvang en (jeugd)zorg kan ik wel wat tips opsommen. Maar zoals hiervoor beschreven, de meeste inzichten komen daarnaast voort uit persoonlijke ervaring. Ik was zelf dus een extreem verlegen kind en zoals dat vaak gaat- twee van onze drie kinderen ook. Gelukkig verschillen kinderen van elkaar. Dat vooropgesteld. En verlegenheid of eenkennigheid bij jonge kinderen is ook niet direct een reden tot zorg. Bij de meesten gaat het over, maar bij sommige kinderen niet volledig. En dat is óók prima. Verlegen, bescheiden kinderen hebben net zo goed recht op een plek. Het wordt pas zorgelijk wanneer het kind situaties bewust uit de weg gaat en zichzelf daarmee te kort doet of zelfs irreële angsten gaat ontwikkelen. Bij verlegen kinderen kan vooral het afscheid nemen bij de opvang en/of school wat langer spannend blijven. Ook zijn verlegen kinderen vaak denkers en perfectionistisch van aard. Ze zijn bang om fouten te maken en hebben hierin hoge verwachtingen van zichzelf, zelfs op heel jonge leeftijd al. Vooral in situaties waarbij een resultaat wordt verwacht, zoals in de schoolse setting, kunnen deze kinderen het lastig hebben. Maar wat werkt nu juist niet bij deze kinderen? Hoe goedbedoeld vaak ook. - Teveel focus op resultaat Wanneer er bij een verlegen kind teveel gefocust wordt op resultaat, leidt dit vaak tot meer verlegenheid omdat hier een verwachting aan gekoppeld zit. Deze verwachting heeft een verlegen kind vaak van zichzelf al. Nog meer verwachting van de buitenwereld kan daardoor verlammend werken waardoor de verlegenheid in stand wordt gehouden en mogelijk zelfs tot faalangst kan leiden. Voorbeelden van een (soms onbedoelde) focus op resultaat zijn: ‘En, heb je gewonnen?’ Of: ,wat een mooie tekening!` Dit is overigens een lastige. Maar in plaats daarvan zou je kunnen zeggen: `ik zie dat je echt je best hebt gedaan`, ` wat een vrolijke kleuren`, `ben ik dit? ` Ook in het leerlingvolgsysteem zitten veel resultaatgerichte elementen: `hoeveel kan een kind laten zien in een afgebakende tijd?` Denk hierbij bijvoorbeeld aan tempotoetsen om de leessnelheid inzichtelijk te maken. - Afdwingen Gras groeit niet harder als je eraan trekt; en zo werkt dit ook met een kind. Als een kind geen hand wil geven- dan niet. Verzin samen een alternatief. Dwing ook niet om mee te doen. Dat werkt namelijk contraproductief. Dit geldt ook voor het dankjewel zeggen op luide toon in de trant van: ` wat zeg je dan?` Hiermee voelt het kind zich nóg ongemakkelijker. Maar zeg het voor. De keer daarna kun je het wellicht samen zeggen en de keer daarna zal het kind het misschien zelf durven zeggen. Geef dit tijd. Laat daarnaast tijdens groepsbijeenkomsten het kind zonder verwachting of druk genieten. Zo komen hier regelmatig de liedjes en dansjes er nadien thuis volop uit. Kinderen kunnen zonder actieve deelname ook veel horen en zien en dus op hun eigen manier genieten. - Overstimuleren Wil als ouder zijnde niet te snel van start gaan. Vooral als ouders zelf verlegen zijn geweest en dit begrijpelijkerwijs willen voorkomen bij hun kind, werkt dit juist averechts. De verwachting die zij zelf ooit als kind voelden, houden zij op deze manier onbewust in stand. Maar nu net zo belangrijk; welke benadering kan verlegen kinderen juist wel helpen? - Voorstructureren Neem de tijd om je kind kort voor te bereiden. Met name verlegen kinderen willen graag weten wat ze kunnen verwachten. Waar is de verjaardag? Wie zullen er zijn? Zijn er mensen die ze kennen of juist veel onbekenden? Blijven we wel of niet daar eten? - Iets eerder naar een bijeenkomst Probeer iets eerder op de plek van bestemming aan te komen. Voor een verlegen kind kan het heel overweldigend zijn om als laatste in een drukke volle ruimte binnen te komen. Het kind vindt het vaak juist fijn om even rustig te kunnen wennen en alles in zich op te nemen. - Voorbereiding Wanneer er bezoek thuis komt, bereidt dit dan samen voor. Meteen een mooi moment samen! Maak met elkaar de hapjes en drankjes klaar en betrek je kind bij het programma. Benoem wat je verwacht; zoals bijvoorbeeld het moment van cadeautjes openmaken of op welke manier je iemand kunt begroeten. - Straal vertrouwen uit Wanneer er veel tranen gepaard gaan tijdens het afscheid nemen, respecteer dan het afscheidsritueel. Geef desnoods iets mee van jezelf. Ga nooit stiekem weg. Stel je kind gerust en laat merken dat je alle vertrouwen in hem/haar hebt. Zo zeggen we hier altijd: ` veel plezier…ik ben benieuwd naar al jouw verhalen straks!` Na verloop van tijd zal het (zelf)vertrouwen hierdoor groeien waardoor het afscheid nemen soepeler zal verlopen. - Duwtje in de rug Als het kind eraan toe lijkt, kan het gekoppeld worden aan een maatje om samen ergens op af te stappen of samen iets nieuws uit te proberen. Een succesvolle ervaring zal de drempel de volgende keer verlagen. - Ruimte voor eigen initiatief Spreek op een lastig moment uit naar het kind dat het niet erg is en dat hij goed is zoals hij/zij is. Benoem daarbij dat hij mee mag doen zodra het dat wil. Zo is er genoeg ruimte voor observatie en eigen initiatief. - Betrokkenheid in eigen leerproces Laat je kind meedenken over zijn/haar verlegenheid. Benoem het niet zozeer als verlegenheid maar meer als dat hij/zij nieuwe mensen of situaties in het begin soms eng vindt. Vraag hier bijvoorbeeld bij wat je kind precies eng vindt en wat in deze situatie fijn zou kunnen zijn. - Oog voor kwaliteiten Geef als ouder ook aandacht aan wat je kind al wèl kan of durft. Hierdoor zal het zelfvertrouwen mogelijk toenemen. En benoem bij een ouder kind zijn of haar kwaliteiten. Verlegen kinderen zijn vaak bescheiden en betrouwbaar en daardoor prettig om mee om te gaan. Andere kinderen durven dan juist vaak op het kind af te stappen en voelen zich vaak op het gemak bij je kind. Ook heeft een verlegen kind vaak een groot empathisch vermogen doordat hij sneller verlegenheid bij andere kinderen opmerkt waardoor hij goed aan kan voelen wat een ander nodig heeft. - Houding en weerbaarheid Oefen samen een stevige houding. Stevig staan zorgt ervoor dat je niet zomaar omvalt waardoor het kind zich sterk en zelfverzekerd zal voelen. Laat je kind zien wat de reactie van anderen is als je stevig staat, de ander aankijkt, lacht en praat met een duidelijk hoorbare stem.